‚sehend hören , hörend sehen’ |

bmn20165 Szymanowski Quartet & Claudia Jahn |

bmn20164 Franziska Hirzel & Tobias Schabenberger |

bmn20163 • Smetana Trio |

bmn20162 • Borromeo String Quartet |

bmn20161 • BeethovenQuartett |

bmn20159 • Arditti Quartet |

bmn20158 • Zemlinsky Quartet |

bmn20157 • Beatriz Blanco |

bmn20156 • Couchane Siranossian, Thomas Demenga & Jan Schultsz |

bmn20155 • BeethovenQuartett & Franzsika Hirzel |

bmn20154 • Krishnasol Jiménez Moreno |

bmn20153 • Basler Streichquartett & Jan Schultsz |

bmn20152 • trio oreade |

bmn20151 • Galatea Quartett |

bmn141 • Grimms Märchen Vol. I |

bmn20146 • Quatuor Hermès |

bmn20145 • JACK Quartet |

bmn20144 • Leila Pfister |

bmn20143 • Thomas Demenga & Jan Schultsz |

bmn20142 • Arditti Quartet & Franziska Hirzel, soprano |

bmn20141 • Quartet Gerhard |

bmn20137 • Thomas E. Bauer & Jos van Immerseel |

bmn20136 • Debut Daimones Piano Trio |

bmn20135 • Szymanowski Quartet |

bmn20134 • Franziska Hirzel & Jan Schultsz |

bmn20133 • Valentin Valentiyev |

bmn20132 • Hansheinz Schneeberger & Bettina Boller |

bmn20131 • Zemlinsky Quartet |

bmn20121 • BeethovenQuartett |

Hans Huber Works for piano quintet


www.opusklassiek.nl

© Siebe Riedstra, juli 2015
Huber (1852-1921) is voor de Zwitsers ongeveer wat Julius Röntgen (1855-1932) in Nederland betekent. In de hoofdstad Basel was hij de stichter van het Conservatorium, net als Röntgen in Amsterdam. Nog een overeenkomst is de grote productiviteit van beide heren, waarbij aangetekend mag worden dat Huber in één opzicht Röntgen de loef heeft afgestoken met de productie van vijf opera's. De ironie wil dat de belangrijkste scheppingen van Huber zijn vastgelegd op het Zweedse label Sterling, waar zijn symfonieën klinken door de Stuttgarter Philharmoniker onder Jörg-Peter Weigle. Huber en Röntgen waren niet alleen tijdgenoten, ze gebruikten ook hetzelfde muzikale jargon – romantisch en behoudend, met een voorliefde voor het melodische primaat.

Dit is de tweede cd van het label BMN die aandacht besteedt aan de kamermuziek van Hans Huber. Eerder besprak ik hier een uitgave met werken voor cello en piano, gespeeld door Thomas Demenga, met als partner de Nederlandse pianist Jan Schultsz, die ook hier weer zijn medewerking verleent. Schultsz is niet alleen pianist, maar ook dirigent, en wonderlijk genoeg merken we hier maar weinig van zijn bestaan. Schultsz werd in 1965 geboren in Amsterdam en studeerde piano (bij Jan Wijn) en hoorn (bij Adriaan Woudenberg) aan het Sweelinck Conservatorium. In 1986 verhuisde hij naar Basel, waar hij verder studeerde aan de Schola Cantorum Basiliensis en het Conservatorium van Lausanne. Ook studeerde hij directie aan het Conservatorium van Winterthur, en inmiddels is hij actief bij verschillende operahuizen en orkesten. Als pianist heeft hij op cd's vooral van zich doen spreken als liedbegeleider van onder andere de tenor Werner Güra.

Muziekliefhebbers die het betreuren dat Johannes Brahms naast zijn toch wat strenge Pianokwintet in f niet een heerlijk toegankelijk pianokwintet heeft geschreven in de geest van zijn pianokwartetten en strijkkwintetten kunnen hier hun hart ophalen. De datum van ontstaan (1891 en 1907) staat haaks op het klinkende resultaat, dat in alle opzichten schatplichtig is aan Johannes Brahms, wiens kamermuziek voor Huber (en Röntgen) eten en drinken was. Voor het tweede kwintet komt daar nog een element bij: de volksmuziek. Hubert geeft het stuk de ondertitel Divertimento, en de vrijheid die zo'n titel suggereert blijkt direct uit de karakters van de vier delen: Quasi fantasia, Tema con variazione, Intermezzo en Rhapsodie. Muziek die in al zijn luchthartigheid gebouwd is rond een uiterst virtuoze pianopartij. Schultsz en het Basler Quartett hebben zich met verve gestort in deze partituren, en de opname is hier in tegenstelling tot die van de cellosonates niet live tot stand gekomen. In de prachtige Hans Huber Saal zijn er drie volle dagen aan besteed, met een resultaat waar de componist trots op zou zijn geweest.